Deze blog verscheen eerder op
Binnenlands Bestuur.
De strijd over de vraag
'hoe organiseren we de zorg voor hulpbehoevende ouderen' werkt
blikvernauwend en sluit de ogen voor alternatieve
oplossingsrichtingen. Omringende landen zijn al veel eerder gaan
nadenken over oplossingsrichtingen. Hoog tijd dus om te stoppen met
navelstaren en over de grenzen te gaan kijken.
Oeverloze welles-nietes discussie over ouderenzorg leidt tot
navelstaren
De kosten van de ouderen- en
gehandicaptenzorg lopen door de vergrijzing op. Om deze kosten
terug te dringen scherpt het kabinet de toelatingseisen van
bejaardentehuizen aan en laat honderden tehuizen verdwijnen.
Ouderen moeten langer zelfstandig blijven wonen en het kabinet
rekent er onder meer op dat hun kinderen de mantelzorg op zich
nemen. Maar werk, school en andere bezigheden slokken de tijd van
Nederlandse gezinnen op. Een aanleunhuisje in de tuin of een 'Zorg
Hongaar' zijn lang niet voor iedereen weggelegd. Nu ook de media
zich mengen in het debat dreigt er een oeverloze discussie te
ontstaan. Maar de welles-nietes discussie maakt het moeilijk om
alternatieve oplossingsrichtingen te zien.
Slimme constructies in het
buitenland
Ouderen lijken in deze discussie
vooral lijdend voorwerp in plaats van gelijkwaardig partner in het
debat. Er wordt vooral over hen gepraat en maar weinig met hen.
Maar veel ouderen zijn verre van hulpbehoevend. Ze zijn kien,
hebben energie, ervaring, tijd, inlevingsvermogen, kennis en geld.
In landen als Duitsland en Italië loopt het percentage ouderen nog
veel sneller op dan bij ons. Al dan niet in samenwerking met
bestuurders ontwikkelen instellingen hier slimme constructies om
hun 'grijze kapitaal' te benutten in de zorg voor hulpbehoevende
ouderen. De sociale structuur in deze landen werkt daarbij
ondersteunend.
Ouderenzorg door gepensioneerden
tegen een kleine betaling
Het seniorengenootschap in het
Duitse Riedlingen bijvoorbeeld benadert ouderenzorg niet als een
kind-oudervraagstuk maar als een gemeenschapsvraagstuk. Er werken
slechts 2,6 fte verpleegkundigen in de thuiszorg. Verder drijft de
genootschap opbetaalde vrijwilligers. Deze vrijwilligers zijn
meestal net-gepensioneerde, hoog opgeleide professionals die graag
iets voor de maatschappij willen doen. Ze regelen en plannen alles
zelf, van financieel-juridische werkzaamheden tot en met de
dagelijkse zorg en het inwerken van nieuwe vrijwilligers. Meestal
werken ze via zogenaamde 'mini-jobs' die niet belast worden. Via
hun werkzaamheden kunnen de vrijwilligers sparen voor verzorging
wanneer zij dat later zelf nodig hebben. Door gelden van de sociale
dienst en privékapitaal te combineren kan de dienstverlening aan
huis geleverd worden. Er worden alleen vergoedingen gevraagd voor
kosten die ook daadwerkelijk gemaakt worden en dat houdt de zorg
betaalbaar: de genootschap levert zorg voor slechts ongeveer één
vijfde van het bedrag dat elders in Duitsland gemiddeld nodig
is.
Het Riedlingse genootschap is
georganiseerd als een vereniging en sterk ingebed in de
maatschappij. Mede daardoor hebben ze geen moeite om genoeg
vrijwilligers te vinden. Als mensen echt niet meer thuis kunnen
blijven wonen stromen ze door naar de woningen van de genootschap,
maar de doorstroom gaat langzaam.
Ook in de Noord-Italiaanse stad
Udine draait de zorg voor thuiswonende ouderen voornamelijk op
gepensioneerde vrijwilligers die een klein bedrag ontvangen voor
hun werk. Vrijwilligersorganisaties en professioneel opgeleide
experts bieden ondersteuning maar ook therapeutische, recreatieve
en andere hulp aan ouderen in dagopvangcentra. De stad investeert
breed in de gezondheid van haar inwoners door allerhande sociale
activiteiten te organiseren.
Smart cities: de vergrijzing te
lijf met gelijkblijvend zorgpersoneel middels ICT
'Smart City' Bolzano zet op haar
beurt in op ICT als middel om thuiswonende ouderen te ondersteunen,
maar ook om gemeenschapsvorming te ondersteunen en mensen met
elkaar in contact te brengen.Het doel van het stadsbestuur is om op
deze manier met gelijkblijvend zorgpersoneel de vergrijzing het
hoofd te bieden.
Waar het betaalbare ouderenzorg,
gemeenschapsvorming en de 'participatiemaatschappij' betreft kunnen
we dus veel leren van onze buurlanden. Dat vraagt van gemeenten dat
zij serieus onderzoeken hoe we toenemende aantallen ouderen met een
gelijkblijvend of afnemend budget toch een plezierige oude dag
kunnen geven. In ieder geval moet er een en ander veranderen in
onze sociale structuur: minder individualisme en meer
collectiviteit. We zullen de participatiemaatschappij concreet
handen en voeten moeten gaan geven. Creatieve oplossingsrichtingen
moeten gaan verkennen. Het helpt al als gemeenten de oren te
luisteren gaan leggen bij vernieuwende geluiden, innovatief gaan
denken en handelen en een faciliterende rol pakken. Er liggen veel
kansen en mogelijkheden!
Dr. Renate Werkman,
Kantelwerkers / 2openeyes.eu